Kris en Inse in Senegal

In het kader van de postgraduaatopleiding “Internationaal sociaal werken in mondiale context” vertrekken wij op 1 oktober 2006 naar Senegal. Wij zullen er gedurende 6 maanden werken en leven in een Frans-Senegalees project in Mbour.

maandag, november 27, 2006

Heureusement nous sommes partis à 5 heures!





Dit weekend besloten we om er op uit te trekken met de andere vrijwilligers. Zowel de Fransen, de Canadezen als de Nieuw-zeelandse waren van de partij. Hoewel Kris vorige week al naar Sine Saloum getrokken was, ging de reis toch richting deze eilandengroep.

Vroeg in de morgen, heel vroeg in de morgen, te vroeg in de morgen…Om vijf uur stond onze taxi klaar. Na een rit van ongeveer 2u over hobbelige zandwegen, kwamen we aan in een klein havenstadje. Daar zouden we zo snel mogelijk een ‘pirogue’ nemen. “Zo snel mogelijk…” dus. Om 10u kwam ons bootje eindelijk aanvaren. Onze slagzin voor het weekend was dan ook: “Heureusement nous sommes partis à 5 heures!” Het eilandje Diorneva was gelukkig het wachten waard. Het was niet groot, maar eens zo mooi. Het leek wel het Senegalese paradijs, heel anders dan wat we tot nu toe gezien hadden.







Wat hebben daar zoal uitgespookt zou je je kunnen afvragen? Wel, we waren te gast bij een familie die op het eilandje woont. Ze hebben ons laten meegenieten van hun dagelijkse leven.
Zo hebben we zaterdagmiddag geholpen bij het bereiden van Yassa poulet. Daarna hebben ze ons laten zien wat hun eiland te bieden heeft. Een hele mooie natuur, met prachtige stranden. We hebben, samen met de andere vrijwilligers, zaterdagnamiddag dan ook uitgebreid geprofiteerd van het zonnetje.


’s Avonds stond er niet veel op het programma, maar we waren zelf zo inventief om een leuke strandwandeling te plannen onder een klare sterrenhemel, echt gezellig. Na een nachtje in een prima huisje, mochten we gaan ontbijten bij onze gastvrije familie. Achteraf stond er nog een ‘wandelingetje’ op het programma. We zijn eerst het dorpje gaan bezichtigen,


de markt, de moskee… Daarna zijn we nog wat gaan wandelen en zwemmen in de natuur. Dit alles was zeker en vast de moeite waard! Tegen de avond hebben we nog snel een plons genomen in de zee, en zijn we richting M’bour getrokken.
siësta















Kris en Fatou








Ezels

















Inse en Emily

Links, links, rechts, links…

Dinsdagmorgen, 8.30u, ik was er helemaal klaar voor. Dany, de jongen waarmee ik naar het dorpje geweest ben, was weer gestraft. Dit keer stond er ‘une marche’ op het programma. 25km wandelen op een dag. Al bij al dacht ik dat het nog wel zou meevallen, maar niets was minder waar. Ik moet het toegeven, ik had mezelf overschat! De wandeling op zich was nog wel te doen, maar de zon en het gebrek aan water werden voor mij op den duur toch net iets te veel. Daarbij kwam dat Senegalezen praktisch altijd pauzeren en thee drinken, behalve als ze wandelen. Omdat Dany een jongen is, mocht ik dus (weeral) drie mannen vergezellen en het tempo was absoluut niet te onderschatten. De tocht had wel z’n charmes, we trokken door het ongerepte Senegalese landschap en ik heb absoluut een paar goeie babbels gehad. Ik ben er zeker van dat deze manier van ‘tot inzicht komen’ kan helpen bij sommige jongeren. Bovendien schept het een band tussen de jongere en de opvoeders die hem vergezellen. ‘Ze hebben het immers samen voor elkaar gebracht.’

Ook voor mij was het een hele ervaring. Het was niet te onderschatten, en ik was reuzeblij toen ik, na 4u 30min in de verte de kleine, gele huisjes van Vivre Ensemble zag verschijnen. Ik heb het gehaald, Dany ook, maar ik was zo moe! De Senegalezen leken mij nog zo fit als hoentjes, maar ’s avonds was het vergadering, en ik was paraat terwijl zij lekker lagen te slapen. Als dat geen pluim waard is!

De wandelaarster groet u…
Kris

maandag, november 20, 2006

Senegal, zwaar bewaakt!!!

Omdat Kris een weekendje weg is geweest met haar jongeren, zijn onze ervaringen deze week weer uitlopend. Vandaar dat we allebei apart kort verslag zullen uitbrengen.

Woensdag ben ik samen met Mohammed, een jongetje uit Unité Familiale, op bezoek geweest bij zijn mama, die wegens drugshandel vastzit in de gevangenis van Mbour. In maart zal ze vrijkomen en kan Mohammed weer terug naar huis. Daarom ga ik vanaf nu wekelijks met hem een bezoekje brengen aan zijn mama. Ik moet zeggen dat ik erg onder de indruk was van de beveiligingen in de Senegalese gevangenissen. De poort van de gevangenis stond wagenwijd open, waardoor we gewoon naar binnen konden lopen zonder gecontroleerd te worden. ’t Is toch schoon hè, die Senegalese gastvrijheid. We kwamen aan op een binnenpleintje, waar we naar de mama van Mohammed vroegen. Vijf minuutjes later kwam ze aan. En daar zaten we dus, in de gevangenis, op vijf meter van een openstaande poort, die uitkwam op een druk plein. Dus zoals jullie ondertussen al wel door hebben, is ontsnappen hier niet echt een kunst. Als je het mij vraagt kunnen er toch niet veel Senegalese misdadigers zijn die daar braafjes blijven zitten. Ik kon mijn verwondering dan ook moeilijk verbergen en besloot om met de enige twee bewakers, een ongewapende man en vrouw, mijn bedenkingen te bespreken. Ze zaten rustig bij ons om een babbeltje te slaan, wat natuurlijk interessanter is dan aan de poort te waken. Het werd me al snel duidelijk dat niet iedereen mijn mening deelde. De twee bewakers keken mij vol ongeloof aan toen ik mijn bedenkingen uitte. ‘Ze waren toch met twee bewakers, hoe zou er dan in hemelsnaam iemand kunnen ontsnappen. En om drugs en wapens binnen te smokkelen in de gevangenis, daar moet je toch al heel dom voor zijn’. Ik besloot dan om het hier maar bij te laten. Maar maak je dus alvast geen zorgen. Moesten Kris of ik hier ooit in de gevangenis terechtkomen, dan zijn we zo weer bij jullie!

Omdat Kris weg was en het duiken uitgesteld is tot over enkele weken, heb ik dit weekend niet veel gedaan. Zondag ben ik met enkele andere vrijwilligers naar Pouponguine getrokken. Dit is een klein dorpje, niet ver van Mbour, dat bekend staat om zijn prachtig zandstrand temidden van de rotsen. Het uitzicht hier was heel mooi en de zee heel wild. De golven waren twee keer zo hoog als ikzelf. Dit had ik nog nooit gezien. Gilles, een Franse verpleger, en ik moesten ons natuurlijk weer bewijzen en deden een poging om de golven te trotseren. Maar na twee keer volledig door de zee te zijn meegesleurd, besloten we dat het toch wat te gevaarlijk was en hebben we ons wijselijk terug naar het strand begeven, waar we de rest van de namiddag hebben doorgebracht.

Verder ging het leven hier zijn gewone gangetje en is er niet veel bijzonders gebeurd. Moest er iets gebeuren horen jullie er in elk geval van.

Groetjes Inse.



Dus toch groen in Senegal…

Zoals Inse al vertelde, ben ik na veel blabla toch op weekend vertrokken met de jongeren. Ik vond het in eerste instantie niet leuk, omdat Inse niet mee mocht. Maar anderzijds maak ik nu officieel deel uit van de ploeg ‘opvoeders’, en dat aanbod kon ik dus niet weerstaan. Bovendien is het in Senegal onbeleefd om een aanbieding als deze te weigeren.

Ik ben dus op weekend vertrokken met de jongeren. We trokken richting Sine Saloum, een groen gebied in Senegal. Overnachten zouden we doen in tenten. De voormiddagactiviteit die gepland stond, weet ik niet. Aangezien we weer met drie uur vertraging vertrokken waren, was die van de agenda gewist. In de namiddag zijn we even naar het strand getrokken en ’s avonds hebben we een ‘wandeling op de charet’ gemaakt. Sine Saloum is echt de moeite, veel natuur en veel water.

De nacht was best nog aangenaam. Ik sliep samen met de jongeren en de opvoeders in een tent. Enkel de meisjes, vanzelfsprekend. En dat was een gezellige boel. Voor mij de ideale gelegenheid om iedereen op een andere manier te leren kennen. Zeker de jongeren heb ik tijdens deze avond beter leren kennen. Het was echt plezierig.


Zondagmorgen zijn we met de ‘piroque’ vertrokken tussen de eilandjes door. We werden gedropt op een klein eilandje dat mij deed denken aan Expeditie Robinson omdat er niets te zien was alleen water en natuur. Maar Senegalezen zouden geen Senegalezen zijn als ze hun Djembee en toebehoren niet hadden meegenomen. Veel hebben we niet gedaan, maar plezier gehad hebben we wel!

De terugreis was vermoeiend, vooral omdat we met véél mensen in één busje zaten, en er dus niet zoveel plaats was. Maar ik heb ervan genoten, de uitstap was zeker en vast de moeite en voor herhaling vatbaar!

Zoals Inse al zei, is er verder niet veel spectaculair gebeurd hier. Morgen ga ik met Dany (een jongere) die gestraft (weeral) is op wandeltocht. Dat is hier ook één van de mogelijke straffen, en ik ben een straffe madam, dus ik wil dat wel eens meemaken. Ik laat jullie weten hoe het was.

Heel veel liefs (en een dikke kus voor Joris)
Kris

PS: foto’s van het weekend zijn er wel, maar ik zet ze om Senegalese redenen  in de loop van deze week zeker op de site.

woensdag, november 15, 2006

Het niets doen is soms best wel druk

Ik heb twee dagen in een dorpje doorgebracht. Samen met Dany (een jongere), Amadou en François (twee begeleiders). Terwijl de zon als een grote oranje luchtballon stilletjes achter de bomen verdween, vroeg ik me af hoe ik voor jullie deze uitstap het best kon beschrijven. Ik heb besloten om jullie een stukje uit m’n dagboek te laten lezen…

“Tijd voor een kleine evaluatie van mijn avontuur in het dorpje. Uiteindelijk zijn we rond 18u aangekomen, na ongeveer 6u wachten, zijn we dan toch op de plaats geraakt. Eigenlijk belachelijk, want om 19u is het donker. Senegalezen denken er niet aan om een pitslamp (voor de niet-Limburgers pillamp of zaklamp) mee te nemen. Oenen! Om alles te installeren was het dus te laat. We zouden zo wel slapen, en ik zou’s anderendaags wel uitmaken voor mezelf of ik de geïntegreerde vrouw was, of de geëmancipeerde, dus ik ging ‘zo wel slapen’. Ik moest (vanzelfsprekend) apart slapen, en dat zag ik wel zitten. Dat ik geen muskietennet had, stoorde me niet. Tot ik in m’n bed lag. Oorwormen en andere beestjes in alle vormen en kleuren kwamen me graag vergezellen. Zo kon ik toch niet slapen! Ik bedacht mezelf dat de Senegalezen absoluut geen gentlemens zijn, integendeel! Elke Belgische man had me op z’n minst een muskietennet aangeboden, deze niet. Ze kozen zelf de beste kamer, alle muskietennetten, verzekerden mij dat er weinig muggen waren en kropen in bed. Ze lieten me dus lekker de positie van de Senegalese vrouw innemen.

Was ik de geïntegreerde vrouw, die twee dagen zou koken en tevreden was met haar ‘mindere’ positie ten opzichte van de man, of was ik de geëmancipeerde vrouw die niet over zich heen liet lopen en een mukietennet ging vragen? Het vraagstuk diende zich eerder aan dan me lief was. Ik besloot, na toch wel enkele minuten van twijfel, dat ik mezelf zou blijven. Ik trok dus mijn stoute schoenen aan en stapte naar de mannenkamer. De oplossing kwam niet vanzelf, want Amadou wilde ab-so-luut geen muskietennet van de muur halen, en bij de mannen slapen was voor hem al helemaal geen oplossing. Uiteindelijk besloot François dat ik zijn bed mocht hebben. Ik blijf hem eeuwig dankbaar. Hij zou wel op mijn kamer gaan slapen want ‘zo erg kon het toch niet zijn?’ Maar, ook hij was na enkele minuutjes terug om z’n matrasje op onze kamer te leggen. Met hem werd ’s anderendaags niet gelachen, met mij wel. Ik vond het niet erg, ik had goed geslapen. Overdag hebben we niet veel gedaan, nog minder dan normaal. Ik ben dan maar op m’n eentje naar het dorpje getrokken, heb met onze Franse jongen een ecogram gemaakt en we hebben gepoetst. Een programma opmaken stond pas de tweede dag op het menu.

’s Avonds kwam weer de ‘man-vrouwopvatting’ boven. De vrouw moet altijd koken ook als ze gaat werken. Van die dingen krijg ik dus dikke schijt! Als de vrouw gaat werken, mogen er wel andere vrouwen het huishouden komen doen, maar de man zal in geen enkel geval helpen. Bovendien spreken Senegalezen vaak in de gebiedende wijs: ‘kom, geef mij water, ik heb dorst…’ Mijn god… Enfin, ooit zullen ze het wel leren, ik heb verder geen discussie gevoerd.

Stilletjes vraag ik mij af hoe het zou zijn als ik hier een Senegalese vrouw bij me had, ik vraag mij af of ik niet langer dan twee dagen moet blijven om alles gezien te hebben, maar wat is de meerwaarde daarvan?”

Ondertussen zijn we dinsdag en dit weekend hebben we niet stil gezeten, anders hadden we zeker tijd gevonden om voor jullie tijdig deze tekst te posten. Maar voor ik het wist, had Senegal weer een nieuwe ervaring voor me in petto.

Vandaag ging ik, net zoals bijna iedere dag, met de jongeren werken. Onze stenen waren allemaal opgestapeld en vervoerd. Nu konden we ‘ter plaatse’ gaan metselen. Ik moest samen met de jongeren water gaan halen in een naburige put, de jongens mochten cement maken, en een andere man metselde.

Tot Natasja, een van de Franse jongeren, flauwviel. Was het de hitte of het tekort aan vitaminen? Dat weet niemand. Ik probeerde, met mijn beknopte kennis van EHBO, haar wat te helpen. Maar zowel ik als de Senegalezen hadden door dat er meer aan de hand was en dat er toch wel een dokter nodig was. Meteen werd onze eigen verpleegster gebeld en die besloot dat Natasja naar het ziekenhuis moest. En ik mocht mee…

Het ziekenhuis in Senegal: Natasja, die amper op haar benen kon staan, moest net als iedereen de trap nemen want de lift, die was er niet. Voor ze mocht gaan liggen, was ze verplicht om eerst op de weegschaal te gaan staan. Van al die inspanningen, kreeg ze het nog benauwder, waardoor ze weer flauwviel. Samen met Adèle, ging ik op zoek naar een bed voor het meisje. We vonden er eentje… Natasja mocht zich neerleggen op een klein, smal ziekenhuisbedje. Bij haar op de kamer zag ik enkele baby’s van ‘La Poupponière’ en een héél klein baby’tje in een couveuse. Zo’n kleintje had ik nog nooit gezien, amper een hand groot en met armpjes zo dik als m’n duim.

Maar enfin, Natasja werd onderzocht door de dokter. Op twee minuten was de klus geklaard en moesten we ‘even wachten’. Een tijdje later kwamen ze aandragen met voorschriften. We mochten de medicamenten zelf even gaan halen bij de apotheker. Toen we terug kwamen, werd de helft van haar medicamenten overgetapt in een ander infuus en aan een baby gegeven. Ook hier gold dus ‘vivre ensemble’. Met plakband werd haar infuus aan de baar van de gordijn (die er niet meer hing) vastgemaakt, en ons meisje kon verder. Ondertussen is ze bekomen, maar de Senegalese ziekenhuizen kunnen we dus maar beter vermijden...


Groetjes Kris






















Terwijl Kris weg was, ging het leven hier natuurlijk gewoon verder. Donderdag ben ik voor de eerste keer met de maatschappelijk werkster van Vivre Ensemble meegegaan om een baby’tje op te gaan halen. Dit was zeker geen gemakkelijke ervaring. We reden naar een klein dorpje waar een tiental huisjes stonden. In het midden was een binnenpleintje waar er stoelen in een kring werden gezet waar ons gesprek kon doorgaan. Rond de kring zaten een vijftigtal mannen en vrouwen op de grond, die ons allemaal aanstaarden. Na een vijftal minuten kwam er een man, die een baby’tje van twee dagen oud, in mijn armen legde. Dit bleek de vader te zijn. Hij vertelde dat zijn vrouw, de dag na de bevalling, gestorven is aan de complicaties ervan. De bevalling was thuis doorgegaan, zonder dokter, omdat hier geen geld voor was. Daarom was er niemand tijdig bij de moeder, toen ze ziek werd. Helaas gebeurt dit heel vaak in Senegal. Omdat de vader niet voor zijn dochtertje kan zorgen, zou het beter zijn dat ze haar eerste levensjaar in Vivre Ensemble doorbracht. Het gesprek tussen de vader en maatschappelijk werker heeft maar een tiental minuutjes geduurd. Omdat het in het Wolof was heb ik het jammer genoeg niet kunnen volgen. Wat ik heel moeilijk vond om te begrijpen was dat de vader geen enkele emotie toonde, net zoals de rest van de familie. Achteraf werd me verteld dat Senegalezen het niet zullen laten zien dat ze droevig zijn, maar er dus wel een groot verdriet was binnen de familie. Gedurende het hele gesprek voelde ik mij onwennig, met het baby’tje op mijn schoot en 50 paar ogen op mij gericht. Het was zo druk omdat de begrafenis van de moeder juist afgelopen was, en de hele familie nog aanwezig was in het dorpje. Na een kwartiertje zijn we dan vertrokken. Ik wou nog naar de vader gaan, zodat hij afscheid kon nemen van zijn dochtertje, maar hij was zonder iets te zeggen al vertrokken. Achteraf zat ik wel met veel onbeantwoorde vragen. In het half uurtje dat ik in het dorpje heb doorgebracht werd ik echt geconfronteerd met de verschillen tussen Senegal en België? Was er geen andere oplossing voor het kindje? Hoe kon zo’n zware beslissing om een kind weg te halen bij zijn familie genomen worden op 10 minuten? Waar waren de emoties? … Misschien zal de tijd de antwoorden brengen?

Vrijdag was de dag wat meer ontspannen. Fatou, de jongste uit Unité familiale 2, is een nachtje komen logeren. Ze is een vrolijk meisje van één jaar. Emily had dezelfde avond Michelle, een meisje vanuit Unité 1 op bezoek. Het was dus een hele drukte hier. ‘s Avonds hebben we wat gespeeld met de meisjes en zijn dan vroeg onder de wol gekropen, met Fatou tussen mij en Kris in. Na een lange, huilerige nacht werd het eindelijk ochtend. Met Fatou op de rug, zijn we dan naar de markt gegaan. Hier werden we duidelijk minder lastig gevallen dan anders.’s Namiddags zijn we naar het strand geweest, waar de kindjes wat in het zand konden spelen, en toen was de dag alweer om.

Maandag werd Amina, het baby’tje dat ik vrijdag ben gaan halen, gedoopt. Ze heeft de naam van haar moeder gekregen. De vader was naar Vivre ensemble gekomen voor het doopsel en had mij gevraagd erbij te zijn. Toen ik Amina gehaald had, stelde ik aan de vader voor om haar vast te houden. Dit wou hij liever niet, dus nam zijn broer haar aan. Tijdens de plechtigheid werd het haar van Amina afgeschoren. Dit moet blijkbaar zo volgens de islamitische traditie. Vervolgens werd ze gewassen en werd er gebeden. Na een kwartiertje was alles voorbij en werd Amina terug naar La Pouponnière gebracht. Naderhand kwam de vader mij bedanken voor de goede zorgen en zei hij dat ik nu de mama was van zijn dochter. Ik voelde mij hier heel onwennig bij en wist dan ook niet goed hoe te reageren. Ook nu had ik weer veel vragen. Maar gelukkig heb ik nog een heleboel andere ervaringen voor de boeg, die hopelijk meer duidelijkheid en begrip zullen brengen.

Groetjes,
Inse









met Fatou










Zoals we al eerder zeiden, hebben we dit weekend niet stilgezeten. Integendeel! Grégoire, de man van onze directrice M. Buron, is op bezoek. En die trakteerde de Franse jongeren en de vrijwilligers (stagiaires) op een boottochtje waarbij misschien walvissen te zien zouden zijn of op een initiatie duiken. Wij waren ‘toevallig’ de twee gelukkigen die de kans kregen om van twee walletjes te snoepen. En die kans lieten we dus niet schieten.

Zondag trokken we er op uit om walvissen te kijken. De boottocht op zich was al een avontuur maar walvissen hebben we niet gezien. Jammer, maar de schattige dolfijntjes die onze namiddag kwamen opfleuren hebben veel goed gemaakt. Terwijl de dolfijnen 100m verderop hun zwemkunsten toonden heeft Kris, samen met jongere Natasja, ook een duik gewaagd. Het was een beetje eng, maar tegelijk ook wel héél sjiek.

Maandagmorgen stonden onze zenuwen gespannen, we zouden immers allebei voor de eerste keer gaan duiken. Weliswaar in een zwembad, maar dat vonden we niet erg, integendeel, het was zo spannend genoeg. Als we zouden ‘slagen’ in onze duikproef, zouden we eind deze week echt in de zee mogen gaan. We waren er niet van

overtuigd of dat was wat we wilden, maar we gingen ervoor! En hoewel de uitleg van de duikinstructeur in het Frans was, hebben we er toch iets van begrepen. Zonder enige moeite (haha, mits enkele flaters) konden we allebei de testjes wel doorzwemmen. En je raadt het of niet, donderdag of vrijdag bevinden deze dames zich op 10-12m diepte in de Atlantische oceaan!

Als we het overleven, krijgen jullie zeker een verslag!

Groetjes en een dikke kus,
Kris en Inse.

donderdag, november 09, 2006

Enkele indrukken



















rara, welke van de drie is vol?


























Vrouwen aan het werk, zoals altijd



Kris in een poging om het meel fijn te stampen









Op de charet, op weg naar Sowane

woensdag, november 08, 2006

Elles sont très gentilles et elles travaillent beaucoup

Deze week was een drukke, maar leuke week. We hebben namelijk bezoek gehad van het thuisfront. Etienne en Framboise, onze docenten van de SSH, zijn woensdag en donderdag langsgekomen om ons project te bezichtigen en om te kijken of wij het wel goed doen. Misschien zal het je verbazen, maar de conclusie was: We doen het goed!

Dus, woensdagavond zijn Etienne en Framboise aangekomen. Wij zijn die dag niet gaan werken, omdat we de hele dag op hen hebben gewacht. Dit was niet zo erg omdat 1 november toch een feestdag was en we zijn het ondertussen ook al wel gewoon aan het worden om te wachten. Rond 18.00 zagen we dan eindelijk een sept-place voorbijrijden waar, helemaal voorovergebogen, een vrouw inzat die verdacht veel op Framboise leek. Jaja ze hadden ons huisje dus gemist. Gelukkig zagen we een half uurtje later een toubab naderen, niemand minder dan Etienne. En zodoende konden we hen toch kennis laten maken met ons leven hier.
Na een babbeltje, een drankje en het uitpakken van Belgische chocolade, mentos en een hoop andere opgevraagde spullen, trokken we naar Saly, waar Etienne en Framboise zouden overnachten. In auberge Khady, het hotelletje van Alexandra, genoten we van een heerlijke maaltijd getrakteerd door onze professoren. Zo konden ook zij kennismaken met onze sympathieke Belgische buurvrouw.

Donderdag hadden onze Senegalese collega’s de eer om onze professoren te ontmoeten. We hadden hen stiekem wat ingefluisterd en ze zetten allemaal hun beste beentje voor om Etienne en Framboise de volgende boodschap zo overtuigend mogelijk te brengen: “Elles sont très gentilles et elles travaillent beaucoup”. Na een uitgebreide maaltijd met Mamie (projectverantwoordelijke) en Remy Sanga (maatschappelijk werker), (waardoor we een duidelijker zicht kregen op ons takenpakket, ) was het tijd voor onze individuele gesprekken. En wij, zouden wij niet zijn, als we het zwembad van Alexandra niet kozen als ideaal plekje. Framboise en Etienne, die nog steeds last hadden van de hitte hier, zaten er ook niet mee in om een frisse duik te nemen.
De volgende dag zijn we gewoon gaan werken, een werkdag zoals een andere. Met het enige verschil dat tegen de avond Liesbeth uit Dakar kwam. Ze is hier blijven slapen om samen met ons zaterdagmorgen te vertrekken naar Sowane, een dorpje waar ook regelmatig vrijwilligers van onze school 3 maanden gaan werken. Na bijna anderhalf uur wachten in een minibus, waren niet alleen wij, maar eindelijk ook de chauffeur klaar om te vertrekken van M’bour naar Fatick. Daar aangekomen kwam Framboise ons halen met de charet. Het was een adembenemende rit, met prachtige uitzichten. De rust kwam ons tegemoet, en ook Sowane voldeed 100% aan onze verwachtingen. Het is een rustig, klein maar vooral gezellig dorpje. Oorspronkelijk was Sowane een melaatsendorpje, waarin de mensen volledig geïsoleerd leefden van de buitenwereld. Momenteel zijn de mensen er genezen en zie je de sporen die de ziekte heeft achtergelaten enkel nog bij de oudere mensen. Zaterdag hebben we vooral gekeken hoe het eraan toe gaat in een dorpje als Sowane. Het leven is er rustiger en primitiever als in M’bour. We vonden het zo leuk om ook eens van deze ervaring te kunnen proeven, dat we waarschijnlijk in maart nog een weekje terug gaan om Engelse les te geven in het schooltje.









Twee jongetjes in Sowane









Na een lange nacht in Sowane, met veel insecten, zijn we de volgende morgen vertrokken naar … De rit hier naartoe was prachtig. We reden door de Afrikaanse natuur, zoals die wordt voorgesteld in films. Na een boottochtje van 10 minuten om op het eiland te geraken, zijn we dan de toeristische tour opgegaan, door te gaan eten en te zwemmen in een hotel. Het eiland was mooi, maar jammer genoeg waren de hotels aan het vervallen, waardoor de toeristen wegbleven. Tegen 17.00 uur zijn we dan terug naar M’bour gereden, waar we afscheid namen van Etienne en Framboise. Het was leuk om bezoek te krijgen vanuit België en onze batterijen zijn weer opgeladen tot onze volgende bezoekers komen in december.









Een klein Senegalees dorpje









Maandag is de werkweek weer begonnen en zijn we beide weer aan de slag gegaan. Op het project van Kris is een van de jongeren gestraft. Hij moet een week gaan wonen en werken in een dorpje. Kris is, samen met twee andere begeleiders, met hem meegegaan en zal 3 dagen daar blijven. Ze zal hier later zeker verslag van uitbrengen.



Zoals jullie zien hebben we dus een drukke week achter de rug, waardoor ons verslag deze week iets later is. Maar geen paniek, we blijven jullie briefen hoor.

Groetjes Kris en Inse