Kris en Inse in Senegal

In het kader van de postgraduaatopleiding “Internationaal sociaal werken in mondiale context” vertrekken wij op 1 oktober 2006 naar Senegal. Wij zullen er gedurende 6 maanden werken en leven in een Frans-Senegalees project in Mbour.

dinsdag, december 19, 2006

Eventjes geduld

Beste lezer,
Vooreerst zouden wij U graag bedanken voor Uw frequente bezoeken aan onze site. Wij, de auteurs, kunnen met vreugde in ons hart melden dat we zeer tevreden waren over Uw mededelingen in ons gastenboek, waardoor onze enquête succesvol bleek. Waarvoor dus onze oprechte dank!

Ondertussen is er weer een week gepasseerd, de meloenen, ananassen en kokosnoten zijn gearriveerd, wat onze menu dus ook enigszins gewijzigd heeft. Verder hebben we alweer een pakje ontvangen. Jammer genoeg zullen wij nooit de hele inhoud kennen. De mensen bij de post wel… (opletten daarmee dus). Net als in België is ook hier iedereen volop bezig met de kerstversieringen, -menu’s, - feesten enz. voor te bereiden. Een grappig zicht is dat, zo in het zonnetje. Het is voor ons dan ook moeilijk om in de ‘echte witte-kerstsfeer’ te geraken. Bovendien staat niet alleen de mode hier tien jaar achter, de kerstversiering ook. Hoe bonter, hoe beter en op Vivre Ensemble hebben ze echt wel 10/10 als we zo punten mogen geven. (foto’s volgen)

Om in de kerstsfeer te blijven, zijn we er met Alexandra op uit getrokken om een Daara te bezoeken, waar we eventueel wat financiële hulp kunnen bieden. Een Daara is een gemeenschap waar talibékinderen wonen onder het toezicht van een marabout. Talibékinderen zijn kinderen die vaak geen thuis meer hebben of ouders hebben die niet voor hen kunnen/willen zorgen. Zij wonen bij een marabout, die hen onderhoudt en Koranonderwijs geeft. In ruil hiervoor moeten de kinderen overdag gaan bedelen in de omliggende buurten. Als je in Senegal over straat loopt, zal je dan ook voortdurend aangesproken worden door talibékindjes die je om geld of eten vragen. De gemeenschap die wij bezochten bestaat uit verschillende Daara’s. Iedere marabout leeft met 15 tot 20 kinderen, voornamelijk jongens, in een klein huisje. Er kon duidelijk een onderscheid gemaakt worden tussen Daara’s die reeds financiële steun ontvangen hadden, herkenbaar aan een stenen huisje en aparte toiletten en Daara’s waar de kinderen sliepen onder een golfplaat die balanceerde op vier houten palen. De stenen huisjes zijn natuurlijk geen grote luxe. Alle kinderen slapen, eten en volgen onderwijs, kortom leven in dezelfde ruimte. Toch vinden wij dat de opbouw van deze huisjes voor deze kinderen nut heeft. Ze hebben met een















stenen huisje immers een huis dat hen beschermt tegen weer en wind. Bovendien geeft een
‘huis’ altijd meer een ‘thuisgevoel’. Het sprak ons zeker aan om ook hier voor de overige kinderen een huisje te bouwen, maar omdat het prijskaartje van zo’n huisje niet laag is hebben we nog niets officieel beslist en kijken we nog even verder of het niet interessanter is om meerdere kleinere initiatieven te steunen omdat we op die manier meer mensen kunnen helpen.




Verder is onze week rustig verlopen. Jammer genoeg hebben we vrijdagnacht (heel laat) onze Emily moeten uitwuiven. We hebben haar vertrek natuurlijk niet zomaar laten passeren. Woensdagavond hebben we haar, bij wijze van afscheidsfeestje, het ‘genot der borrelnootjes’ leren kennen. In Nieuw Zeeland is deze lekkernij namelijk onbekend, en we hebben dus samen met haar één van onze per post verzonden zakjes open gemaakt. Het was een waar festijn!




























Het afgelopen weekend hebben we vertoefd in ons eigen M’Bour, en we hebben, om onze moeders tevreden te stellen, onze kamer gepoetst. Het moet gezegd: “Het was nodig!”

Maandag zijn we naar Dakar getrokken om ons visum in orde te maken. Je zou zeggen: “Snel effe naar Dakar…” maar niets was minder waar. Om 9u vertrokken we aan onze 83km lange rit. We zouden er dus binnen 2u zeker zijn. Op 10 minuutjes zou onze aanvraag gedaan zijn, en we konden er zeker op rekenen om 14u terug in M’Bour te zijn. Gelukkig zijn we het wachten ondertussen wat gewoon en deerde het ons niet dat we enkele uren in de file stonden en twee keer motorpech hadden op de heenweg. Alleen jammer dat we er zo nooit zouden geraken voor 13u, het begin van de siësta. Probleem dus. In één van de buitenwijken van Dakar vielen we voor de 2de keer stil en we hadden haast, dus namen we daar een andere taxi die ons naar het Ministerie van Binnenlandse zaken bracht. De service was redelijk snel, hoewel onze bediende eigenlijk al aan z’n siësta begonnen was, kregen we hem toch overtuigd om snel onze papieren te bekijken. We waren immers om 9u vertrokken… Terug buiten, met een gerust gevoel, namen we terug onze taxi naar onze taxi. Die stond ons op te wachten aan een Total-station, maar helaas, vanuit de verte zagen we al dat de motorkap openstond. Dat voorspelde niet veel goeds… En inderdaad, onze vermoedens klopten, we hebben maar liefst 3u gewacht voor ze onze auto weer aan de praat kregen. Om 18.30u kwamen we eindelijk aan in ‘la maison jaune’. Gelukkig waren we weer een wijsheid rijker: Als je in Senegal een lange rit maakt, kan je er maar best genoeg tijd voor nemen…

Uitkijkend naar onze drie weken vakantie (onze laatste werkweek is ingegaan) groeten wij jullie en bedanken we jullie nog een keer voor jullie lieve berichtjes op ons gastenboek,

Inse en Kris