Kris en Inse in Senegal

In het kader van de postgraduaatopleiding “Internationaal sociaal werken in mondiale context” vertrekken wij op 1 oktober 2006 naar Senegal. Wij zullen er gedurende 6 maanden werken en leven in een Frans-Senegalees project in Mbour.

donderdag, februari 22, 2007

Nous sommes très fières de nos filles

Om onze dochters voor een weekje van het schrijven af te helpen, brengen wij op onze vijfde dag in Senegal verslag uit.

Na 11u onderweg geweest te zijn, en na het nodige oponthoud bij de plaatselijke douane zagen we eindelijk onze dochters. Ze stonden ons, tot onze verbazing op te wachten in plaatselijke klederdracht. Gewoon prachtig om te zien. Wij waren ontzettend blij dat zij ons in de chaos van mensen en auto’s zonder problemen naar ons hotel ‘Auberge Khady’ in Saly brachten.

Na een verkwikkende nachtrust en een stevig ontbijt, namen Inse en Kris ons op sleeptouw om M’Bour te verkennen. Ze lieten eerst hun kamertje zien, en daarna trokken we naar het centrum van de stad. Daar vielen we van de ene verrassing in de andere. Drukte, veel mensen, veel talibékinderen die naar enkele centen vragen, honderden kraampjes, wrakken en barakken…. Onvoorstelbaar. Opeens begrepen we waarom onze dochters altijd zeiden: “Je moet het gezien hebben om het te begrijpen…”. Onze grootste verbazing was echter hoe Kris en Inse hun weg vonden in deze chaos, en hoe ze hier zonder problemen met de Senegalese mensen omgaan. Wat zouden wij hulpeloos geweest zijn zonder hen.

Via het vuile strand van M’Bour wandelden we vervolgens langs de vismarkt. Wat ons daar vooral pakte was de indringende geur en het gebrek aan hygiëne. De rest van onze dag hebben we nodig gehad om van deze emotionele ervaring te bekomen.

Zondag zou een rustig dagje worden, maar niets was minder waar. We zouden op ons gemakje de kleren sorteren die we van iedereen mee gekregen hadden. (waarvoor nogmaals dank) Onze gastvrouw Alexandra kende enkele arme families uit de buurt die alvast wat kleren konden gebruiken. Eén voor één kwamen kindjes kleertjes of schoentjes passen, en gingen ze met blije gezichtjes naar huis toe. Maar de Tam Tam in Senegal werkt blijkbaar snel. Al vlug stonden er tientallen kinderen, groot en klein op het pleintje voor het hotel. Alle t-shirts die we toen nog vast hadden, waren binnen enkele seconden van eigenaar veranderd. Gelukkig hadden Kris en Inse de kleren voor ‘La pouponniere’ al aan de kant gezet. We hebben tevens ook enkele lokale voetbalploegen blij gemaakt met een outfit.

Op maandag konden we Kris en Inse bezoeken op hun werk. Een gammele taxi bracht ons naar ‘Vivre Ensemble’, langs een weg die bij ons indrukken teweegbrachten die onbeschrijflijk waren. Voor de zoveelste keer dachten we:’Hoe hebben onze dochters dit allemaal in hun eentje klaargespeeld’?! Daar aangekomen troffen we Kris aan tussen een 16-tal kindjes. We mochten ze helpen eten geven, verschonen en te slapen leggen. Het huisje waarin deze kinderen leven was netjes en de kinderen worden er goed verzorgd. Ze waren ook allemaal echt even schattig!

Daarna heeft Inse ons een rondleiding gegeven op Educatief, waar ze werkt met de jongeren. We zagen hoe de jongeren er leefden en mochten ook een kijkje nemen in het kamertje van één van de jongeren. Later zijn we naar de chantier gewandeld, waar we het huis, wat Inse en Kris samen met de jongeren aan het bouwen zijn, konden bezichtigen.

's Middags hebben we meegegeten op het project en we hadden geluk, één keer in de week zijn het patatten, niet zo moeilijk om zonder bestek te eten. Met onze rechterhand hebben we dan ‘Senegalees stoofvlees met patatten’ met zijn allen uit een grote schaal gegeten. Onze dames vonden het nodig dat wij eens zouden eten, zoals zij dit altijd doen, en gelijk hadden ze.

Na het eten hebben we de baby’s bezocht. Amai, zoveel kleine zwarte kopjes die vroegen om een flesje pap. We hebben dan ook elk een baby een flesje gegeven, verschoond en te slapen gelegd. Naar ons moedergevoel werd er weinig gehuild, wat een stilte in een kamer waar een vijftigtal baby’s lagen. Ook hier was alles netjes, gelukkig werken hier veel vrijwilligers.

s’Avonds hebben we een bezoekje gebracht aan een markt met Afrikaanse kunst. We hebben genoten van hoe Kris en Inse op hun manier ‘Senegalees’ geworden zijn en omgaan met de mensen. Ze praten, lachen en onderhandelen met de mensen hier. Zij kregen het voor elkaar om ons telkens de Senegalese prijs te laten betalen, en niet die van de toeristen. Gewoonweg genieten om die twee daar bezig te zien.

Op dinsdag zijn we het schelpeneiland gaan bezoeken. Daar kon Cel zijn sportschoenen inruilen voor een Senegalees masker of een grote djembe. Maar......... hij heeft zijn schoenen toch maar aan gehouden.

A tout à l’heure.

(foto’s volgen als de webmaster terug in België is)